zondag 10 april 2011

Leesfragment 'Soap' (detectivenovelle)

1

Luc Lepart, de Zoetermeerse rechercheur, lag te woelen in zijn bed. Plotseling ging de telefoon. Luc nam op.
“Goedemorgen. Met commissaris Van der Brom. Frans Schurkman is dood. Je weet wel, de beroemde politicus van Welvarend Nederland.”
Luc kende hem wel. Hij was veel in het nieuws geweest omdat hij de gedoodverfde opvolger was van de huidige politiek leider van Welvarend Nederland, Tom Kwantuil, die na de komende verkiezingen van plan was af te treden. “Ik weet wie je bedoelt,” zei Luc dan ook.
“Mooi. Hij is neergeschoten. Sjaak is al naar de plaats delict.”
“Sjaak? Welke Sjaak?” vroeg Luc.
“Sjaak van Henegouwen, de man van het forensisch team.”
“Ah. Die Sjaak.”
“Het adres is: Geleilaan 26. Vergeet Deborah niet te bellen. Succes.”
“Dank je,” zei Luc. Hij toetste het nummer van zijn collega in op zijn mobiel. Een slaperige vrouwenstem zei: “Met Deborah Waaskant.”
“Dag Deborah,” zei Luc. “Je spreekt met Luc Lepart, je partner in het recherchewerk. Er is een moord gepleegd. Wij tweeën moeten die moord onderzoeken.”
Deborah gilde van opwinding. “Echt waar? Is er echt een moord gepleegd? Of is het zelfmoord?”
“Dat kan ik van hier niet zien. We zullen de plaats delict moeten onderzoeken. Ik kom je over een kwartier ophalen. Waar woon je ook alweer?”
“Mosselstraat 13.”
“Ach ja. In de wijk Palensteyn. Niet zo’n beste wijk voor een vrouw als jij. Maar daar hebben we het later nog wel over. Zorg je dat je voor de ingang van de flat klaar staat?”
“Jazeker,” zei Deborah. “Eindelijk een echte moord. Ik kan mijn oren niet geloven. Ik dacht even dat ik tijdens mijn stage geen moord zou gaan meemaken, maar dat is dus gelukkig niet zo. Mijn vrienden zullen jaloers zijn. Kun je ook over een half uur komen? Ik heb meer tijd nodig dan een kwartier om me aan te kleden en te ontbijten. Ik hoop dat je daar begrip voor hebt.”
“En het lijk dan? Dat ligt maar dood te bloeden.”
“Alsjeblieft?”
“Goed dan. Tot over een half uur.” Luc hing op. Hij liep naar de eettafel, pakte de medicijndoos en nam zijn medicijnen in (Luc slikte antipsychotica en antidepressiva, omdat hij in het verleden ietwat achterdochtig was geweest, en last had van depressies). Hij liep naar de hal, trok zijn jas aan en stapte in zijn auto, een Fiat Panda. Hij had daarvóór in een Mazda Avensis gereden, maar die had hij total loss gereden door tegen een boom te botsen. Dat kwam doordat hij te druk bezig was geweest de auto achter hem in de gaten te houden. Deze leek hem te achtervolgen, en dat vertrouwde Luc niet.

(c) 2011 Revellusion